Onlangs redigeerde ik een tekst voor een flyer over een perenras: de Conference. Of conference, want daar ontstond discussie over. In eerste instantie volgde ik het advies van Onze taal. Daarin staat dat ‘namen van appels, aardappels, druiven en andere vruchtenrassen in algemene teksten met een kleine letter worden geschreven.’

‘Dat kan wel zo zijn’, zei mijn opdrachtgever, ‘maar in de branche – de fruitteelt – schrijven we de namen van fruitrassen met een hoofdletter. Hoe zit dat? En: wat is nu juist?’

Ik pakte de Woordenlijst Nederlandse Taal (Groene boekje) erbij. Ook die stelt dat je soortnamen met een kleine letter schrijft. Maar, zo lees ik verder, op grond van het ‘donorprincipe’ kun je een afwijkende schrijfwijze verdedigen. Bijvoorbeeld als de oprichter of eigenaar van een titel, merk of instelling dat zo heeft bedacht. Daarom schrijven we ‘Alles is Liefde’, ‘I amsterdam’ en ‘ChristenUnie’. En ‘Conference’ in een flyer over dit perenras.

Heb je ook een taalvraag? Of kan ik je op een andere manier helpen met taal? Neem dan contact op.